speakasap.com/nl/seven/2/#exercise-2

Упраж­не­ния
Упраж­не­ние №2
Пе­ре­строй­те пред­ло­же­ния из преды­ду­ще­го упраж­не­ния для лица «он»
(heten) Hij
зовут
Otto.
(wonen) Hij
живет
in Amsterdam.
(werken) Hij
работает
hier. Hij
работает

в банке
.
(komen uit) Hij komt
из

Германии
.
(wonen) Hij
живет

уже

полгода
in Nederland.
(spreken)
Говорит
hij Nederlands? – Ja, een beetje.
(studeren) Hij
учит

уже
3 maanden Nederlands.
Проверить Очистить
  Про­слу­шать от­ве­ты

speakasap.com/media/audio/nl/lesson2_answer2.mp3

Пра­виль­ные от­ве­ты
 2 из 4 

Hij heet Otto.
Hij woont in Amsterdam.
Hij werkt hier. Hij werkt bij de bank.
Hij komt uit Duitsland.
Hij woont al een half jaar in Nederland.
Spreekt hij Nederlands? — Ja, een beetje.
Hij studeert al 3 maanden Nederlands.