Войти в систему

Home
    - Создать дневник
    - Написать в дневник
       - Подробный режим

LJ.Rossia.org
    - Новости сайта
    - Общие настройки
    - Sitemap
    - Оплата
    - ljr-fif

Редактировать...
    - Настройки
    - Список друзей
    - Дневник
    - Картинки
    - Пароль
    - Вид дневника

Сообщества

Настроить S2

Помощь
    - Забыли пароль?
    - FAQ
    - Тех. поддержка



Пишет nancygold ([info]nancygold)
@ 2024-09-24 13:04:00


Previous Entry  Add to memories!  Tell a Friend!  Next Entry
Настроение: contemplative
Entry tags:computing

People ask me why I still don't use Rust
Rust is not what you think it is. Rust isn't really a programming language.
Rust is a political tool, whose sole goal is taking control away from the programmers.
Just like they used flu to justify authoritarianism, then use segfaults to justify Rust.
So I prefer the based old school languages, like LISP, REFAL, POP-11 and C.

TLDR: Rust is cringe and woke ruse, invented to enslave the programmer.




(Читать комментарии) - (Добавить комментарий)


(Анонимно)
2024-09-24 17:13 (ссылка)
speakasap.com/nl/grammar/lichnye-mestoimeniya/
Упраж­не­ние №1
По­ставь­те ме­сто­име­ние в пра­виль­ную форму
У нас есть милый по­да­рок для него. We hebben een lief cadeautje voor
hij
(een cadeautje – по­да­рок; lief – милый)
Хейн нас, к со­жа­ле­нию, не видит. Hein ziet
we
helaas niet. (zien – ви­деть; helaas – к со­жа­ле­нию; niet – не)
Мы часто ду­ма­ем о тебе. We denken vaak aan
jij
. (vaak – часто; denken aan – ду­мать о)
Мы се­год­ня ве­че­ром зай­дем к ней? Komen we vanavond bij
zij
? (komen bij – за­хо­дить к; vanavond – се­год­ня ве­че­ром)
Мама печет для нас вкус­ное пе­че­нье. De moeder bakt voor
we
lekkere koekjes. (bakken – печь; lekkere – вкус­ные; koekjes – пе­че­нье – несколь­ко штук)
Они ждут вас уже долго. Ze wachten op
jullie
al lang. (wachten op – ждать; al lang – уже долго)
Мой друг часто пу­те­ше­ству­ет со мной. Mijn vriend reist vaak met
ik
. (mijn vriend – мой друг; reizen – пу­те­ше­ство­вать; met – c)
Хэр на­по­ми­на­ет им о книге. Ger herinnert
zij
aan het boek. (herinneren aan – на­по­ми­нать о; het boek – книга)
Они дают нам новые га­зе­ты. Ze geven
we
nieuwe kranten. (geven – да­вать; nieuwe – новые; kranten – га­зе­ты)
Это ка­жет­ся мне не очень хо­ро­шим. Dat lijkt
ik
niet goed. (dat – это; lijken – ка­зать­ся; goed – хо­ро­ший)
Хейн и Дирк по­ни­ма­ют ее очень плохо. Hein en Dirk verstaan
zij
heel slecht. (verstaan – по­ни­мать; heel schlecht – очень плохо)
Клаас все время при­но­сит им пиво. Klaas brengt
zij
altijd bier. (brengen – при­но­сить; altijd – все­гда; bier – пиво)
У меня много книг. Я кладу их на стол. Ik heb veel boeken. Ik leg
zij
op de tafel. (hebben – иметь; veel – много; leggen – класть; op de tafel – на стол)
Мы идем без него на пляж. We gaan zonder
hij
naar het strand. (gaan – идти; zonder – без; het strand – пляж)
Ту­ри­сты охот­но раз­го­ва­ри­ва­ют с вами. De toeristen praten graag met
jullie
. (de toeristen – ту­ри­сты; praten – бе­се­до­вать; graag – охот­но)
Мы спра­ши­ва­ем ее, и она от­ве­ча­ет нам. We vragen
zij
, en zij antwoordt ons. (vragen – спра­ши­вать; antwoorden – от­ве­чать)
Пе­ре­да­вай им при­вет! Doe de groetjes aan
zij
! (doen de groetjes aan – пе­ре­да­вать при­вет)
Я каж­дый день встре­чаю Вас на углу этой улицы. Ik ontmoet
u
elke dag aan de hoek van deze straat. (ontmoeten – встре­чать; elke dag – каж­дый день; aan de hoek – на углу; deze straat – эта улица)
Мой сын часто иг­ра­ет с ним. Mijn zoon speelt vaak met
hij
. (de zoon – сын; spelen – иг­рать; met – с)
У меня там есть несколь­ко книг. Моя сест­ра чи­та­ет их с удо­воль­стви­ем. Ik heb daar enkele boeken. Mijn zuster leest
zji
graag. (daar – там; enkele boeken – несколь­ко книг; mijn zuster – сест­ра; lezen – чи­тать; graag – с удо­воль­стви­ем)
Я тебе обе­щаю, мы вме­сте пой­дем в музей. Ik beloof
jij
, we gaan samen naar het museum. (beloven – обе­щать; samen – вме­сте; het museum – музей)
Он пишет мне милое пись­мо. Hij schrijft
ik
een aardige brief. (schrijven – пи­сать; aardig – сим­па­тич­ный; de brief – пись­мо)
Я не хочу смот­реть на нее. Ik wil niet naar
zij
kijken. (willen – хо­теть; kijken – смот­реть)
Она рас­ска­зы­ва­ет Вам что-то новое. Zij vertelt
u
iets nieuws (vertellen – рас­ска­зы­вать; iets – что-то)
Я тебя знаю, я тебе не верю. Ik ken
jij
, ik geloof
jij
niet. (kennen – знать; geloven – ве­рить)
Он меч­та­ет не о Лишье, а о тебе. Hij droomt niet van Liesje, maar wel van
jij
. (dromen van – меч­тать; maar wel – а)
Проверить Очистить
Пра­виль­ные от­ве­ты

We hebben een lief cadeautje voor hem.
Hein ziet ons helaas niet.
We denken vaak aan je.
Komen we vanavond bij haar?
De moeder bakt voor ons lekkere koekjes.
Ze wachten op jullie al lang.
Mijn vriend reist vaak met me.
Ger herinnert hun aan het boek.
Ze geven ons nieuwe kranten.
Dat lijkt me niet goed.
Hein en Dirk verstaan haar heel slecht.
Klaas brengt hun altijd bier.
Ik heb veel boeken. Ik leg ze op de tafel.
We gaan zonder hem naar het strand.
De toeristen praten graag met jullie.
We vragen haar, en zij antwoordt ons.
Doe de groetjes aan hen!
Ik ontmoet u elke dag aan de hoek van deze straat.
Mijn zoon speelt vaak met hem.
Ik heb daar enkele boeken. Mijn zuster leest ze graag.
Ik beloof je, we gaan samen naar het museum.
Hij schrijft me een aardige brief.
Ik wil niet naar haar kijken.
Zij vertelt u iets nieuws.
Ik ken je, ik geloof je niet.
Hij droomt niet van Liesje, maar wel van jou.
1 из 3 
 Скачать PDF
speakasap.com/media/pdf/nl/grammar/verbuiging_persoonlijk_voornaamwoord.pdf

(Ответить)


(Читать комментарии) -